Mag jouw hond morgen mee? En wat zeg je dan……

Het was zo rond een uur of tien, een gewone zaterdagavond ergens in oktober, dat ik op weg ging naar een woon-zorgcentrum in Hengelo. De benaming deed mij vermoeden dat hier meer wordt geboden dan ‘verzorging’ en niet lang nadat ik daar aanbelde en de familie mij de deur opende, werd dat vermoeden bevestigd. Maar daarover later meer.

Als je net bij het overlijden van één van je ouders hebt gezeten en uiteindelijk is deze ‘rustig ingeslapen’, is het lastig voor te stellen in welke mallemolen van te nemen beslissingen je komt als je het komende afscheid op een eigen en warme manier wilt organiseren.

De allereerste vraag stelde ik ‘ broer en zus’ terwijl ze heel even een ‘patatje met’ zaten te eten waarvoor ‘zus’ zich verontschuldigde….”ik weet het, zó ongezond maar we moesten even wat eten”. Natuurlijk, de spanning is voorbij en de maag laat weer even van zich horen en dat is maar goed ook, de komende dagen zullen immers de nodige energie vergen. Maar dat zeg ik nog even niet…”jullie hebben alle tijd, ik hoef niet weg” antwoord ik als ze me vragen of ze nog even kunnen blijven zitten.

Kort daarna lopen we naar unit 3, de afdeling van ‘vader’. “Hij heeft drie hele prettige jaren gehad”, zegt ‘zus’ en is even stil. Ze legt uit hoe pijnlijk het was om je vader, een intelligente hardwerkende en zeer actieve man, te zien veranderen in een man die de hele dag weliswaar vrolijk rondloopt maar toch achter een gesloten deur moet wonen omdat hij ‘het niet meer weet’. Dementie, een woord wat iedereen hoort en leest, maar pas als je het woord daadwerkelijk ervaart, snap je hoe ingrijpend dit proces voor degene is om wie het gaat. Maar zeker ook voor zijn of haar directe omgeving.

Hoe het voor het eerst is als iemand die voor jou zo vertrouwd is – je vader of moeder bijvoorbeeld – je niet meer goed herkent, of jou de vraag stelt wie die vrouw of man is die bij hem of haar woont, kan ik me uit eigen ervaring voorstellen. Ik heb niet lang geleden voor het eerst mijn eigen moeder horen vragen wie die man, die zegt dat hij ook hier woont, is…het snijdt door je ziel en legt alles plat voor een kort moment…en dat is vaak nog maar het begin.

‘Zus’ en ik verzorgen samen vader en ‘broer’ is nabij maar wil liever niet helpen. Helemaal goed, vooral doen wat voor jou prettig is, ik heb de tijd en wil niemand ergens toe aanzetten wat niet goed voelt.

Vader ligt niet lang daarna op zijn eigen kamer, in zijn eigen bed en mag daar ook blijven tot aan de dag van de herinneringsbijeenkomst. Mooi dat het woord ‘herinneren’ hierin verweven zit…En daarmee kom ik terug op het bijzondere en warme karakter van dit woon-zorgcentrum in Hengelo, ik sprak met verschillende hele lieve verpleegkundigen en verzorgenden die allemaal het hart zo op de juiste plek hebben zitten, dat het voor mij duidelijk werd dat deze mensen hiervoor geboren moeten zijn. Zoveel geduld, liefde en warmte voor de bewoners die ook hen soms wat verdwaasd aankijken als ze alweer vergeten zijn wie ze zijn…bijzonder…

Broer komt binnen en samen leggen we een grote pluche Golden Retriever bij vader. De hond is de afgelopen 3 jaar vaders trouwste vriend geweest en is hele dagen geborsteld, geaaid en toegesproken door vader. Het is niet moeilijk voor te stellen dat vader voordat ‘de verwarring’ toesloeg een Golden Retriever had en vader en waren hond onafscheidelijk.

Op de avond voorafgaand aan het afscheid ben ik druk om de gekozen buitenlocatie in te richten als de familie langs rijdt om alvast even te kijken. Omdat ik en mijn trouwe viervoeter Boekel ook onafscheidelijk zijn, was Boekel er ook en dat verraste de familie. ”Heb jij ook een hond?”… “Wat een lieverd!” en uiteindelijk werd het even stil en kwam de vraag “Wil je Boekel meenemen morgen?”… en wat zeg je dan?


Voor de herinneringsbijeenkomst stap ik op tijd in mijn auto en vraag Boekel netjes naast mij voor de bijrijdersstoel te gaan zitten. Dat doet hij met liefde want hij mag mee en dat is bijzonder. Ik loop met hem aan de riem binnen en geef hem, de riem en de benodigde plastic zakjes aan de familie, want dat hadden we afgesproken. Ik wilde mijn Boekel wel meenemen als de familie dat zo fijn vond maar ik kon niet voor hem zorgen. Ik zorg voor jullie vader, jullie moeder, jullie en de genodigden en mijn hond past daar even niet bij.

Zo loop ik dus voor het eerst met (zwarte) hond voor een rouwauto en alsof hij zijn taak weet, loopt hij rustig naast me, doet wat ik vraag, is troosthond, gezelschapshond en vooral enorm lief voor iedereen die dat die dag nodig heeft…hoe mooi is dat?

Het is weliswaar geen blonde Golden Retriever, maar geeft alle herkenning die zo gewenst was, er was weer een hond bij vader en de familie genoot van de huiselijkheid die de prachtige buitenlocatie in Boekelo – dit keer mét hond – hen bracht.

Dus ja, natuurlijk mag mijn hond mee…